- Eerste start en aanpassingen
- De beveiligingselementen starten
- Aanpassing van het schakelsysteem
- Aanpassing van de kabelspanning
- Gebruik de knop op de achterderailleur of de knop om een juiste tandwielwisseling in te stellen. Met dit wiel kunt u de spanning van de derailleurkabel aanpassen en kunt u de derailleur correct positioneren volgens de gekozen snelheid.
- Ketting aanpassing
- De fiets is uitgerust met een externe achterderailleur en de ketting wordt automatisch gespannen.
- Om de ketting te vervangen
- Aangezien nieuwe kettingen meestal met te veel schakels worden verkocht, is de eerste stap om ze op de juiste lengte in te korten. De veiligste methode is om het aantal schakels op de oude ketting te tellen om de nieuwe aan te passen. Om de oude ketting te monteren, schuift u deze er gewoon af (verwijder een klinknagel).
- Eenmaal verwijderd, moet de nieuwe worden gemonteerd. Om dit te doen, moet je het rond het crankstel van de pedalen en het achtertandwiel leiden, zodat het correct aansluit op de andere elementen van de transmissie. Om de ketting te sluiten is het aan te raden om een snelkoppeling te gebruiken. Dit zal fungeren als een vrouwelijke schakel die tussen de twee mannelijke schakels past. De snelkoppeling maakt het ook gemakkelijker om de ketting te demonteren voor reiniging.
- Om te controleren of de lengte van de ketting correct is, is het noodzakelijk om deze op het kleine tandwiel en op het grote kettingblad te plaatsen. In deze configuratie moet de virtuele lijn tussen de achterwielnaaf en de as van het onderste kettingwiel van de derailleur verticaal zijn.
- 1. Indicatie batterijlading:
- 2. Indicatie ondersteuningsniveau:
- 3. Voor-/achterlichten aan indicatie:
- 4. Geeft de huidige snelheidsmeeteenheid aan:
- 5. Multifunctionele indicatie:
- De oplader gebruiken
- Oplaadprocedure
- Batterijduur
- De prestaties van de batterij kunnen worden beïnvloed door slijtage na vele oplaadbeurten. Dit hangt af van hoe de fiets met trapondersteuning wordt gebruikt.
- Breng gebruikte batterijen naar uw winkel of gespecialiseerde afvalverwerkingspunten. Gooi lege batterijen in geen geval in de natuur.
- Belangrijkste gegevensblad
- SAV
- Slijtage onderdelen
- De verschillende slijtage-items zijn standaard items. Vervang versleten en/of te vervangen onderdelen altijd door identieke onderdelen die verkrijgbaar zijn op de markt of bij uw dealer.
- Eenvoudige probleemoplossing
- Probeer niet zelf een elektrisch onderdeel te openen of te repareren. Neem contact op met de dichtstbijzijnde specialist voor een controle door een gekwalificeerd persoon.
- De volgende informatie is alleen voor informatieve doeleinden en is geen instructie om de berijder te helpen tijdens reparaties. Alle genoemde reparatieprocedures moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde professional die op de hoogte is van veiligheidskwesties en ervaring heeft met elektrisch onderhoud.
| E-4000 PLUSVILLETTE LE DEBUTANT PLUS |
Deze gids is bedoeld om u de informatie te geven die nodig is voor het juiste gebruik, de afstelling en het onderhoud van uw fiets.
Lees deze handleiding voor het eerste gebruik aandachtig door en bewaar hem zolang u de fiets gebruikt. Bevat belangrijke veiligheids- en onderhoudsinformatie.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om deze handleiding te lezen alvorens het product te gebruiken.
Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot onjuist gebruik van de fiets of voortijdige slijtage van sommige onderdelen, wat kan leiden tot een val en/of een ongeval.
Als een origineel onderdeel tijdens de garantieperiode een fabricagefout blijkt te vertonen, zullen we het vervangen. De garantieperiode voor fietsen met trapondersteuning is als volgt:
- Frame en vorken: 5 jaar
- Elektrisch: 2 jaar met de juiste zorg en onderhoud
- Elk ander onderdeel: 2 jaar met de juiste zorg en onderhoud
Wat betreft de batterij, deze heeft een garantie van 6 maanden op verbruiksonderdelen (cellen) en 24 maanden op elektrische onderdelen tegen fabricagefouten, op voorwaarde dat de volgende instructies voor gebruik en opslag worden gevolgd:
- Sluit de positieve en negatieve pool van deze batterij niet rechtstreeks aan;
- Plaats de batterij niet in een ruimte met hoge temperaturen, verwarm hem niet, stel hem niet bloot aan de zon, breng hem niet in de buurt van vuur enzovoort;
- Dompel de batterij niet onder in water, zout, zuur of alkalische vloeistoffen en voorkom dat u in de regen terechtkomt;
- Haal de accu niet uit elkaar zonder begeleiding van een professionele technicus;
- Bewaar de batterij in een schaduwrijke, koele en droge staat wanneer deze lange tijd niet wordt gebruikt en laad de batterij elke maand volledig op;
- Laad deze batterij op met de exclusieve oplader die bij de fiets wordt geleverd;
- Lever de gebruikte batterij in bij uw dealer.
Deze garantie is exclusief arbeids- en transportkosten. Het bedrijf aanvaardt geen aansprakelijkheid voor gevolgschade of speciale schade. Deze garantie is alleen van toepassing op de oorspronkelijke koper die een aankoopbewijs moet hebben om een claim te staven. Deze garantie is alleen van toepassing op defecte onderdelen en dekt niet de effecten van normale slijtage, huurgebruik, professioneel gebruik, schade veroorzaakt door een ongeluk, misbruik, overmatige belasting, verwaarlozing, onjuiste montage, onjuist onderhoud of de toevoeging van een artikel niet in overeenstemming is met het oorspronkelijk beoogde gebruik van de fiets.
Geen enkele fiets is bedoeld om eeuwig mee te gaan en er wordt geen claim geaccepteerd als deze is gebaseerd op schade veroorzaakt door verkeerd gebruik, racen, stunten, springen of enige andere soortgelijke activiteit. Claims moeten via de dealer worden ingediend. Uw rechten worden niet aangetast.
Het bedrijf behoudt zich het recht voor om specificaties zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen of aan te passen. Alle informatie en specificaties in dit document zijn correct op het moment van ter perse gaan.
Gebruiksvoorwaarden voor deze fiets met trapondersteuning
Deze fiets met trapondersteuning is ontworpen voor gebruik in en buiten de stad en kan worden gebruikt in de stad, op de weg of op een geasfalteerde ondergrond waar de banden altijd in contact zijn met de grond. Het beschikt over een elektrische trapondersteuning die al uw dagelijkse woon-werkverkeer zal vergemakkelijken, om verder en langer te gaan. Uw fiets met trapondersteuning is een fiets voor volwassenen voor personen ouder dan 14 jaar. Als de fiets door een kind wordt gebruikt, moeten ouders toezicht houden en ervoor zorgen dat de gebruiker de fiets veilig kan gebruiken.
De fiets kan gebruikt worden op onverhard of beschadigd terrein. Het is ook ontworpen voor “off-road” gebruik. Het is niet ontworpen voor competitief gebruik. Het niet naleven van dit beoogde gebruik kan vallen of ongelukken veroorzaken en kan de toestand van uw fiets met trapondersteuning voortijdig en onherstelbaar verslechteren.
Uw trapondersteunde fiets is geen bromfiets. Het doel van de ondersteuning is een aanvulling te bieden op uw trappen. Op het moment dat je begint te trappen, komt de motor in werking en helpt je vooruit. De ondersteuning varieert naargelang de snelheid van de fiets, aanzienlijk bij het opstarten, minder naarmate de fiets vordert en schakelt uit wanneer de fiets 25 km/u bereikt. De ondersteuning wordt gedeactiveerd zodra een van de twee remhendels wordt bediend of de snelheid hoger is dan 25 km/h. Onder de 23 km/u wordt de snelheid automatisch hervat door te trappen.
Het moet goed worden onderhouden in overeenstemming met de instructies in deze gebruikershandleiding.
| LET OP: Zoals elk mechanisch onderdeel wordt een fiets blootgesteld aan sterke spanningen en slijt hij. Verschillende materialen en componenten kunnen verschillend reageren op slijtage of veroudering. Als de verwachte levensduur van een onderdeel is overschreden, kan het plotseling breken, waardoor de fietser gewond kan raken. Scheuren, krassen en verkleuringen in gebieden die onder hoge spanning staan, geven aan dat het onderdeel zijn levensduur heeft overschreden en moet worden vervangen. |
Aanbeveling: veilig en zeker gebruik
Controleer voordat u de fiets gebruikt of deze goed werkt. Controleer met name de volgende punten:
• Locatie is handig
• Moeren, schroeven, klemhefbomen, geklemde onderdelen
• De remmen werken naar behoren
• Stuuruitslag is correct, zonder overmatige speling
• De wielen worden nergens door geblokkeerd en de lagers zijn goed afgesteld
• De wielen zijn goed vastgezet en vastgezet aan het frame/vork
• De banden zijn in goede staat en de spanning is correct
• De staat van de velgen
• De pedalen zijn stevig bevestigd
• De verzending werkt naar behoren
• Reflectoren zijn correct geplaatst.
| AANBEVELING: Uw fiets moet elke 6 maanden worden onderhouden door een professional om ervoor te zorgen dat hij naar behoren functioneert en veilig te gebruiken is. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om ervoor te zorgen dat alle onderdelen voor gebruik correct functioneren. |
Kies een veilige plaats uit de buurt van verkeer om vertrouwd te raken met uw nieuwe fiets. De ondersteuning kan krachtig worden geactiveerd, controleer of het stuur recht staat en of de weg vrij is.
Zorg ervoor dat u in goede gezondheid verkeert voordat u gaat fietsen.
Wees bij ongewone weersomstandigheden (regen, kou, nacht…) bijzonder waakzaam en pas uw snelheid en reacties dienovereenkomstig aan.
Bij vervoer van de fiets buiten het voertuig (fietsenrek, imperiaal…) is het sterk aan te raden de accu te verwijderen en op een koele plaats te bewaren.
Bij gebruik van de fiets op de openbare weg dient de gebruiker te voldoen aan de eisen van de landelijke regelgeving (bijvoorbeeld verlichting en signalering).
| WAARSCHUWING: U erkent dat u verantwoordelijk bent voor enig verlies, letsel of schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de bovenstaande instructies en dat hierdoor uw garantie automatisch vervalt. |
Opbouw van elektrische hulpfietsen
Onderdelen van de E-4000 PLUS
#
1. Deksel en binnenband
2. Velg
3. Spaken
4. Voornaaf, snelsluiting
5. Stijve vork
6. Mechanische schijfrem voor
7. Spatbord voor
8. Stuur en stuurkolom
9. Bel
10. Frame
11. Pedaal
12. Crankstel en crank
13. Kettingkast
14. Zadelklemkraag
15. Zitbuis
16. Zadel
17. Ketting
18. LCD-scherm
19. Achterderailleur
20. Motor
21. Tandwielen
22. Standaard
23. Achterspatbord
24. Bagagerek achteraan
25. Accu
26. Knoppen, snelheidsmeter, remhendels
27. Kabels rem, versnelling, display
Eerste start en aanpassingen #
De beveiligingselementen starten #
Lichten
Verlichting wordt geleverd, bestaande uit twee reflectoren (een witte inbegrepen in de koplamp voor en een rode bevestigd aan het achterspatbord), een koplamp voor, een achterlicht, twee andere oranje reflectoren tussen de spaken van de wielen. Door de aanwezigheid van de reflecterende banden ben je vanaf de zijkant beter zichtbaar.
Het verlichtingssysteem is een fietsveiligheidsinstrument en moet er noodzakelijkerwijs op aanwezig zijn. Controleer of het verlichtingssysteem goed werkt voordat u de fiets op de weg gebruikt
Voorlicht
Het voorlicht wordt direct vanaf het display geactiveerd.
Zie hoofdstuk “LCD-display” op de volgende pagina’s.
Achterlicht
Het achterlicht wordt direct vanaf het display geactiveerd.
Zie hoofdstuk “LCD-display” op de volgende pagina’s.
Deurbel
Op het stuur zit een bel. Hierdoor ben je tot 50 meter ver te horen.
De bel is een fietsveiligheidstool en moet noodzakelijkerwijs op het stuur aanwezig zijn.
Gebruik van helm
Voor veilig gebruik wordt het gebruik van een helm sterk aanbevolen. Dit garandeert een vermindering van hoofdtrauma bij een val.
| N.B.: Het gebruik van een helm is verplicht voor kinderen onder de 14 jaar, zowel fietsers als passagiers. |
Neem voor meer informatie contact op met uw dealer.
Zadel- en stuurverstelling
Het is belangrijk om de fiets af te stellen op uw lichaamslengte.
Zadel
Open het snelspansysteem (zie de paragraaf “III Banden” voor de methodologie voor het gebruik van de snelspanner).
Bij het afstellen van het zadel in de laagste stand moet erop worden gelet dat het geen enkel onderdeel van de fiets raakt, zoals de bagagedrager. Overschrijd evenmin het minimale referentiepunt voor het inbrengen van de zadelpen. Dit referentiepunt mag tijdens het fietsen nooit zichtbaar zijn.
Om de juiste zadelhoogte te controleren, gaat u zitten met gestrekte benen en uw hiel op het pedaal (fig. B). Tijdens het trappen zal de knie licht gebogen zijn met de voet in de lage stand (fig. A).
Stuur
Het fietsstuur is in hoogte en neiging verstelbaar.
– Kracht met de schroef
De fiets is uitgerust met een stuurpen; de hoogte wordt aangepast door de krachtingang in de middelste buis van het frame te veranderen.
Om de hoogte van het stuur aan te passen, draait u de klemschroef los met een 6 mm inbussleutel en brengt u de kracht omhoog of omlaag tot de gewenste hoogte.
Overschrijd het minimale insteekreferentiepunt niet. Deze referentie mag nooit zichtbaar zijn tijdens het fietsen.
Draai de stelschroef vast en zorg voor de juiste krachtpositie.
Om de stuurhoek aan te passen, draait u de hoofdstuurstangschroeven los die op de onderstaande foto met een boring van 5 mm worden getoond, selecteert u de positie en draait u ze weer vast.
Het is vaak nodig om de positie van het stuur op de bekrachtiging aan te passen door de schroeven op de bekrachtigingskap los te draaien, het stuur naar wens te draaien en dezelfde schroeven weer vast te draaien. Stel het stuur af op de juiste centrale positie.
Zorg ervoor dat het stuur loodrecht op het voorwiel staat.
Banden
Controleer regelmatig de bandenspanning. Het gebruik van de fiets met te zacht of te zacht opgepompte banden kan de prestaties verminderen, voortijdige slijtage veroorzaken, de actieradius verkleinen of het risico op een ongeval vergroten.
Als er aanzienlijke slijtage of een snee zichtbaar is in een band, vervang deze dan voordat u gaat fietsen. Een drukbereik wordt door de fabrikant aangegeven op de zijwand van de band en in de volgende tabel. De druk moet worden aangepast aan het gewicht van de berijder.
| Druk | |||||||
| Model | Maat fiets | Grootte van de luchtkamer | Bandenmaat | PSI | Bar | ||
| City | 26“ | 26 x 1,95 | 26 x 1,95 | 30 – 55 | zie de aanduidingen op de band | ||
Methode voor het vaststellen van de juiste afstelling van de snelspanners (wiel en zadelkraag)
Quick release-apparaten zijn ontworpen om met de hand te worden bediend. Gebruik nooit de snelsluitgereedschappen om het mechanisme te vergrendelen of ontgrendelen om ze niet te beschadigen. Voor het instellen van de klemkracht van de wielas moet de spanmoer worden gebruikt en niet de snelspanhendel. Als u de hendel met minimale handdruk kunt manoeuvreren, betekent dit dat deze niet strak genoeg zit. Het is daarom noodzakelijk om de stelmoer vast te draaien. Het snelsluitsysteem moet de vorkvoeten markeren wanneer deze in de vergrendelde positie is gesloten. Controleer na elke afstelpositie de juiste centrering van het voorwiel ten opzichte van de vork. Pas de volgende methode toe om de snelsluitmechanismen aan te passen, te sluiten en te openen:
| OPEN |
| GESLOTEN |
| AANHAALMOER |
Rem aanpassing
Controleer voor elk gebruik of de voor- en achterremmen goed werken.
De rechter hendel activeert de achterrem. De linker hendel activeert de voorrem.
Het wordt aanbevolen om de remkracht ongeveer 60/40 over de voor- en achterkant te verdelen. De remhendel mag niet in contact komen met het stuur en de omhulsels mogen geen gesloten hoektrajecten ondergaan, om ervoor te zorgen dat de kabels glijden zonder de minste wrijving. Beschadigde, gerafelde, verroeste kabels moeten onmiddellijk worden vervangen.
| NB: • Bij regenachtig of nat weer wordt de remweg langer. Het is aan te raden om in deze situaties eerder te remmen. • Bij het nemen van bochten en bij het remmen kan het stuur een negatieve invloed hebben op de reactietijd van de berijder. • Raak de schijfremmen niet aan na intensief gebruik van het remsysteem van de fiets met trapondersteuning, aangezien u het risico loopt brandwonden op te lopen. |
Aanpassing van mechanische schijfremmen
De remblokken oefenen druk uit op een schijf die in de wielnaaf is bevestigd. De intensiteit van de druk wordt geregeld door een remhendel met een kabel. Bedien de remhendel niet als het wiel is losgekoppeld van het frame of de vork.
Om de automatische schijfrembeugel uit te lijnen, draait u de bevestigingsschroef los van de rembeugelhouder.
Rem met de bijbehorende remhendel (de rembeugel is correct gepositioneerd) en houd de remhendel in deze positie door de bevestigingsschroeven van de beugelhouder vast te draaien.
Controleer of het binnenste remblok (in het wiel) 0,2 – 0,4 mm van de schijf verwijderd is. Als dit niet het geval is, draait u de positioneringsschroef van de remblokken aan totdat er een opening van 0,2 – 0,4 mm is tussen de remblokken en de schijf.
Om het buitenste remblok (aan de buitenkant van het wiel) af te stellen, hoeft u alleen maar de remkabeldruk te wijzigen om een speling van 0,2 – 0,4 mm ter hoogte van de beugel of remhendel te verkrijgen.Het wordt aanbevolen om nooit olie of ander smeermiddel op de schijf of remblokken te gieten (bijvoorbeeld bij onderhoud aan de ketting of derailleur). Als dit gebeurt, moeten de remblokken of de schijf worden ontvet of vervangen.
Controleer de uitlijning van de remblokken door aan het wiel te draaien om de fiets op de weg te gebruiken.
Schijven: de fiets is voorzien van schijven met een diameter van 160 mm.
• Met een moer- en borgmoersysteem ter hoogte van de remhendel of -beugel kunt u de druk van
de kabel aanpassen en dus de remkracht, die in de loop van de tijd zal variëren afhankelijk van de
slijtage van de remblokken.
• De remblokken zijn standaard, vervang ze wanneer het remblok geen wrijvingscomponenten meer heeft.
Vergeet niet dat nieuwe remblokken moeten worden ingelopen. De inbraak wordt uitgevoerd met behulp van de fiets gedurende enkele minuten en het remmen afwisselend tussen abrupt stoppen en licht remmen. #
#
Remblokken vervangen
Verwijder het wiel en trek de versleten remblokken uit de rembeugel. Plaats de nieuwe remblokken zo in de beugel dat de remvlakken contact maken. Raak de remvlakken niet aan. Plaats de remblokken een voor een in de rembeugel.
Stel vervolgens de remmen af zoals aangegeven in de vorige paragraaf.
Wiel slijtage
Zoals elk onderdeel dat aan slijtage onderhevig is, moet de velg regelmatig worden geïnspecteerd. De borduurring kan verzwakken en breken, waardoor u de controle verliest of valt.
| N.B.: het is belangrijk om de staat van slijtage van de velgen te controleren. Een beschadigde velg kan gevaarlijk zijn en moet worden vervangen. |
Aanpassing van het schakelsysteem #
De fiets is voorzien van meerdere handmatig verwisselbare versnellingen dankzij een Shimano schakelsysteem en een achter- en eventueel een voorderailleur. Gebruik de rechter hendel om het achtertandwiel te verwisselen en de linker hendel om het voorste kettingblad te verwisselen. Bergop maken het kettingblad en het grote tandwiel het trappen gemakkelijker. Pas de tandwielen (ring/rondsel) aan volgens uw behoeften.
Let op: trap nooit achteruit bij het schakelen en forceer nooit de versnellingspook.
Voor een optimaal gebruik van het schakelsysteem wordt aanbevolen om niet te schakelen tijdens hoge inspanning of trapfrequenties.
Aanpassing van aanslagen en achterderailleur #
De omwenteling van de derailleur wordt afgesteld met behulp van schroeven H en L.
Met schroef L kunt u de bovenste aanslag (grote rondselzijde) afstellen. Door schroef L los te draaien, komt de ketting verder buiten het grote tandwiel te liggen.
Met de schroef H kan de onderste aanslag worden afgesteld (kant van het kleine rondsel). Door schroef H los te draaien, komt de ketting verder buiten het kleine tandwiel te liggen.
Deze manipulaties worden gemakkelijk uitgevoerd.
Na elke afstelling moet er een perfecte uitlijning zijn tussen het tandwiel, de ketting en het tandwiel van de voorderailleur.
Achterderailleur diagram:
| H-afstelschroef |
| Stelschroef L |
| Groter tandwiel |
| Geleide katrol |
Aanpassing van de kabelspanning #
Gebruik de knop op de achterderailleur of de knop om een juiste tandwielwisseling in te stellen. Met dit wiel kunt u de spanning van de derailleurkabel aanpassen en kunt u de derailleur correct positioneren volgens de gekozen snelheid. #
Ketting aanpassing #
De fiets is uitgerust met een externe achterderailleur en de ketting wordt automatisch gespannen. #
Om de ketting te vervangen #
Aangezien nieuwe kettingen meestal met te veel schakels worden verkocht, is de eerste stap om ze op de juiste lengte in te korten. De veiligste methode is om het aantal schakels op de oude ketting te tellen om de nieuwe aan te passen. Om de oude ketting te monteren, schuift u deze er gewoon af (verwijder een klinknagel). #
Eenmaal verwijderd, moet de nieuwe worden gemonteerd. Om dit te doen, moet je het rond het crankstel van de pedalen en het achtertandwiel leiden, zodat het correct aansluit op de andere elementen van de transmissie. Om de ketting te sluiten is het aan te raden om een snelkoppeling te gebruiken. Dit zal fungeren als een vrouwelijke schakel die tussen de twee mannelijke schakels past. De snelkoppeling maakt het ook gemakkelijker om de ketting te demonteren voor reiniging. #
Om te controleren of de lengte van de ketting correct is, is het noodzakelijk om deze op het kleine tandwiel en op het grote kettingblad te plaatsen. In deze configuratie moet de virtuele lijn tussen de achterwielnaaf en de as van het onderste kettingwiel van de derailleur verticaal zijn. #
Oponthoud
De pedalen vervangen
Om de pedalen te vervangen, identificeert u ze aan de hand van de letter die erop staat. Het rechterpedaal wordt aangegeven met een “R” (Rechts) en het linkerpedaal met een “L” (Links). Draai het pedaal R met de klok mee om het op de crank vast te zetten. Draai pedaal L linksom.
Wiel en motor
Na de eerste maand van gebruik wordt aanbevolen om de spaken strakker te maken om de impact van de motortractie op het achterwiel te beperken. Tijdens het starten van de motor kan een licht geluid hoorbaar zijn. Dit geluid is normaal, aangezien de motor start en trapondersteuning geeft. Dit kan luider worden wanneer het maximaal wordt ingedrukt.
Bagagerek
Uw fiets wordt verkocht met een bagagerek. Het is al aan het frame gelast. De imperiaal is ontworpen voor een maximale belasting van 25 kg
| N.B.: De imperiaal is niet ontworpen om een aanhangwagen te trekken. |
Bagage mag uit veiligheidsoverwegingen alleen op de imperiaal worden vervoerd.
Als de bagagedrager beladen is, verandert het gedrag van de fiets.
Verdeel de lading bagage gelijkmatig over beide zijden om de stabiliteit van de fiets te bevorderen. Alle bagage moet stevig aan het bagagerek worden bevestigd; voordat u de fiets gebruikt, is het belangrijk om te controleren of er niets in de lucht hangt dat in het achterwiel van de fiets zou kunnen blijven steken. Plaats de kofferbak niet willekeurig; vraag uw dealer om hulp bij eventuele aanpassingen. Pas het bagagerek niet aan, elke wijziging door de gebruiker leidt tot het vervallen van deze instructies. Bagage mag de reflectoren en verlichting van de fiets niet verbergen.
#
Ezel
Controleer voordat u gaat fietsen of de standaard omhoog is getrokken.
Onderhoud
Deze fiets moet regelmatig worden onderhouden, zowel voor de veiligheid als voor een langere levensduur. Het is belangrijk om de mechanische elementen regelmatig te controleren om ervoor te zorgen dat versleten onderdelen of onderdelen die tekenen van slijtage vertonen, worden vervangen.
Bij het vervangen van een onderdeel is het belangrijk om originele onderdelen te gebruiken om de prestaties en betrouwbaarheid van de fiets te beschermen. Gebruik geschikte reserveonderdelen voor banden, binnenbanden, transmissie-elementen en verschillende elementen van het remsysteem.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om andere dan de originele onderdelen te gebruiken.
| N.B.: Verwijder altijd de batterij voordat u een vervanging uitvoert. |
Schoonmaak
Om corrosie van de fiets te voorkomen, moet deze regelmatig worden afgespoeld met zoet water, vooral als deze is blootgesteld aan zeewater.
Het schoonmaken moet gebeuren met een spons, een bak met warm water en een waterstraal (niet onder druk).
| AANBEVELING: Pas vooral op dat u geen watersproeier onder hoge druk gebruikt. |
Smering
Is essentieel op de verschillende componenten die in beweging zijn, om corrosie te voorkomen. Smeer regelmatig de ketting, poets de tandwielen en crankstellen, doe af en toe een paar druppels olie in de mantels van de rem- en derailleurkabels.
Het is raadzaam om te beginnen met het reinigen en drogen van de te smeren elementen. Voor de andere componenten moet vet worden gebruikt.
Het is aan te raden om specifieke olie voor de ketting en derailleur te gebruiken. Voor de andere componenten moet vet worden gebruikt.
#
Regelmatige controles
Het vastdraaien van de bouten: hendel, crank, pedalen, powers. De toe te passen aanhaalmomenten zijn als volgt:
| COMPOSANTS | COUPLE PRECONISE (Nm) | CONSIGNES PARTICULIERES |
| Pedalen naar cranks | 30 – 40 | Smeer de schroefdraad |
| Krukas op lichaam | 30 – 40 | Smeer de schroefdraad |
| Kracht/frameklemming | 9 – 10 | |
| Hellingsvermogen | 14 – 15 | |
| Balhoofd vastdraaien | 14 – 15 | Stuurkolomschroef (power) |
| Remhendel | 6 – 8 | |
| Rembeugels | 6 – 8 | |
| Zadel op koets | 18 – 20 | |
| Zadelpenhaak | Snelle klemming | |
| Draai | 30 |
De overige aanhaalmomenten zijn afhankelijk van de maat van de moeren: M4: 2,5 tot 4,0 Nm, M5: 4,0 tot 6,0 Nm, M6: 6,0 tot 7,5 Nm Draai de schroeven vast met het vereiste aanhaalmoment.
Controleer regelmatig de banden en vooral de staat van de tanden van de achterband: slijtage, sneden, scheuren, krassen. Vervang de band indien nodig. Controleer de velgen op overmatige slijtage, vervorming, stoten, scheuren, etc.
Revisies
Om de veiligheid te garanderen en de onderdelen in goede staat te houden, moet uw fiets met trapondersteuning regelmatig worden gecontroleerd door uw dealer. Verder dient het onderhoud van de fiets regelmatig te worden uitgevoerd door een gekwalificeerde monteur.
Eerste inspectie: 1 maand of na 150 km:
- Verificatie van de aanscherping van de elementen: crank, wiel, kracht, pedalen, stuur, zadelkraag,
- Verificatie van de werking van de transmissie,
- Remmen controleren en afstellen,
- Wieldruk en/of uitlijning.
- Verificatie van de aanscherping van de elementen: crank, wiel, kracht, pedalen, stuur, zadelkraag, – Verificatie van de werking van de transmissie, – Remmen controleren en afstellen
- Wieldruk en/of uitlijning.
Elke 3 jaar of na 6000 km:
• Transmissie vervangen (ketting, freewheel, crankstel),
• Verificatie van de werking van elektrische ondersteuning,
• Banden vervangen,
• Wielslijtage controleren (spaken, velg),
• Spaakdruk en/of wieluitlijning,
• Vervangen van remblokken of blokken,
• Controle van elektrische functies.
Trapondersteuning en accu
De fietser moet de pedalen naar voren draaien om te profiteren van de gemotoriseerde ondersteuning. Dit is een belangrijk beveiligingsaspect. Deze elektrische hulpfiets geeft gemotoriseerde ondersteuning tot een snelheid van 25 km/u. Daarbuiten slaat de motor af. Het is mogelijk om sneller te gaan, maar met meer inspanning en zonder elektrische ondersteuning.
De motor draait pas als de pedalen een volledige draai hebben gegeven. Deze functie beschermt de motor en controller en verlengt de levensduur van de elektrische componenten.
Trapondersteuning
Om de fiets te starten zet u de hoofdschakelaar aan de zijkant van de accu AAN/UIT.
De rest van de instellingen en informatie kan direct op het display op het stuur worden aangepast.
| N.B.: Schakel de hoofdschakelaar op de accu uit wanneer u niet meer rijdt. Dit bespaart batterijvermogen. |
LCD scherm
Het meegeleverde display ziet er als volgt uit:
Het LCD-scherm heeft drie knoppen, de aan/uit/modus-schakelaar , de knop en de knop .
1. Indicatie batterijlading: #
Geeft de huidige waarde van het laadniveau aan.
2. Indicatie ondersteuningsniveau: #
Geeft het huidige niveau aan, van 0 tot 5. Als er geen nummer wordt weergegeven, betekent dit dat er geen stroom is; het betekent dat de loopondersteuningsmodus actief is.
3. Voor-/achterlichten aan indicatie: #
Verschijnt alleen als de koplampen of achtergrondverlichting zijn ingeschakeld.
4. Geeft de huidige snelheidsmeeteenheid aan: #
km/u of mph
5. Multifunctionele indicatie: #
Inclusief enkele afstand TRIP, totale afstand ODO, maximale snelheid MAX, gemiddelde snelheid AVG, resterende afstand RANGE, vermogen POWER, calorieën Cal, rijtijd TIME. (Opmerking: nadat het display is ingeschakeld, binnen tien seconden, als het het signaal van de koppelsensor detecteert of als het detecteert dat het de koppelsensor is, wordt het calorieënscherm weergegeven; als het de resterende afstand detecteert, wordt het BEREIK weergegeven scherm; anders worden de twee schermen niet weergegeven).
• Aan/uit-weergave
Houd de aan / uit-toets ingedrukt, het display begint te werken. Houd de aan/uit-toets nogmaals ingedrukt om het apparaat uit te schakelen. Als het uit staat, verbruikt het display geen batterijvermogen omdat de lekstroom minder is dan 1uA.
• Selecteer het niveau van elektrische ondersteuning
Druk na het starten kort op de plus- of min-toets om het ondersteuningsniveau te wijzigen om het uitgangsvermogen van de motor te wijzigen. Niveau 0 betekent dat er geen elektrische ondersteuning is. Niveau 1 is het laagste niveau en niveau 5 is het hoogste niveau. Na het inschakelen van het display is het standaardniveau niveau 1.
• Inschakelen van de achtergrondverlichting van het display, voor- en achterverlichting:
Schakel het licht in: Houd de toets “+” ingedrukt om de achtergrondverlichting van het display en de koplampen in te schakelen, het display toont het koplamppictogram. Schakel het licht uit: Houd de toets “+” nogmaals ingedrukt om de achtergrondverlichting van het display en de koplampen uit te schakelen en het koplamppictogram zal verdwijnen.
• De loopondersteuningsmodus
Houd de toets “-” ingedrukt, het display toont het pictogram en de fiets gaat naar de loopondersteuningsmodus met een snelheid van 6 km/u; laat de “-” toets los, het pictogram verdwijnt van het display en de fiets beëindigt de loopondersteuningsmodus.
• Functionele indicaties van de verschillende modi
Het standaardmenu is “TRIP” (enkele afstand) en kan afwisselend worden omgeschakeld als “TRIP” (enkele afstand) → “ODO” (totale afstand) → “MAX” (max. snelheid) → “AVG” (gemiddelde snelheid) → ” RANGE” (resterende afstand) → “CALORIES/CAL” (KCal) → “POWER” (uitgangsvermogen) → “TIME” (reistijd) → “TRIP” (enkele afstand).
• Indicatie van de laadstatus van de batterij
Toont de laadstatus van de batterij in één tot vijf regels. Als het alle vijf lijnen toont, betekent dit dat de batterij de volledige capaciteit heeft. Als het batterijsymbool knippert, betekent dit dat de batterij onmiddellijk moet worden opgeladen.
| Laadlijnen voor batterijen | Staat van het opladen | Diagrampictogram |
| 5 | 75%-100% | |
| 4 | 50%-75% | |
| 3 | 30%-50% | |
| 2 | 10%-30% | |
| 1 | 5%-10% | |
| BAS | BAS <5% | Knippert |
• FUNCTIE-INSTELLING
Houd de “+” & “-” toetsen tegelijkertijd ingedrukt om het menu te openen (“Display Setup”, “Information”, “EXIT”).
Druk op de toets “+” of “-” om “Display-instelling”, “Informatie” of “EXIT” te selecteren en druk vervolgens kort op de toets “aan/uit” om te bevestigen.
1) Weergave-instelling
• Reset de kilometerstand van een enkele rit
Ga naar het menu “Scherminstellingen” en druk kort op de toetsen “+” of “-” om “TRIP Reset” te selecteren en druk kort op de toets “aan/uit”.
Druk vervolgens kort op de toets “+” of “-” om “NEE”/”JA” te selecteren (“JA” betekent reset, “NEE” betekent geen reset).
Druk kort op de “power”-toets om de instelling op te slaan en terug te keren naar de “TRIP Reset”.
Houd “+” & “-” tegelijkertijd ingedrukt om op te slaan en terug te keren naar het hoofdscherm of selecteer “BACK”→”EXIT” om terug te keren naar het hoofdscherm (opmerking: houd na het instellen de ” +” en “-” betekent tegelijkertijd de instelling opslaan en terugkeren naar het hoofdscherm).
Wanneer u de afstand voor een enkele rit reset, worden tegelijkertijd ook de rittijd, gemiddelde snelheid en maximumsnelheid gereset.
• Schakelen tussen maateenheden tussen metrisch en imperiaal
Ga naar het menu “Display Setting” en druk kort op de toetsen “+” of “-” om “Unit” te selecteren en druk vervolgens kort op de toets “power” om te bevestigen.
Druk kort op de toets “+” of “-” om “Metrisch” / “Imperiaal” te selecteren en druk vervolgens kort op de toets “aan/uit” om de instelling op te slaan en terug te keren naar “Eenheid”.
Houd de “+” & “-” toetsen tegelijkertijd ingedrukt om het hoofdscherm te verlaten of selecteer “TERUG”→”EXIT” om het hoofdscherm te verlaten. (Opmerking: als u metrisch selecteert, is alle informatie metrisch; als u Engels selecteert, is alle informatie Engels.)
#
• Instelling tegenlicht
Ga naar het scherm “Beeldscherminstellingen” en druk kort op de toetsen “+” of “-” om “Helderheid” te selecteren en druk vervolgens kort op de toets “aan/uit” om te bevestigen.
Druk kort op de toets “+” of “-” om “100%”/”75%”/”50%”/”30%”/”10%” te selecteren.
Druk na de selectie kort op de “power”-knop om de instelling op te slaan en terug te keren naar het “Helderheid”-scherm.
Houd de toetsen “+” en “-” tegelijkertijd ingedrukt om terug te keren naar het hoofdscherm of selecteer “TERUG”→”EXIT” om terug te keren naar het hoofdscherm.
• Instellen van de “automatische uitschakeltijd”.
Open het scherm “Beeldscherminstellingen” en druk kort op de toetsen “+” of “-” om “Auto Off” te selecteren en druk vervolgens kort op de toets “aan/uit” om uw keuze te bevestigen. Druk kort op de toets “+” of “-” om “UIT”/”9″/”8″/”7″/”6″/”5″/”4″/”3″/”2″/” te selecteren “.
Druk na de selectie kort op de “power”-knop om de instelling op te slaan en terug te keren naar het “Auto Off”-scherm.
Houd de toetsen “+” en “-” tegelijkertijd ingedrukt om terug te keren naar het hoofdscherm of selecteer “TERUG”→”EXIT” om terug te keren naar het hoofdscherm.
• Instelling van elektrische ondersteuningsmodus
Ga naar het scherm “Beeldscherminstelling” en druk kort op de toetsen “+” of “-” om “Assist Mode” te selecteren en druk vervolgens kort op de toets “aan/uit” om de instelling te bevestigen. Druk na het instellen kort op “+” of “-” om “3”/”5″/”9″ te selecteren en druk vervolgens kort op de “power”-toets om de instelling op te slaan en terug te keren naar de “Assist”-modus. Houd de toetsen “+” en “-” ingedrukt om terug te keren naar het hoofdscherm of selecteer “TERUG”→”EXIT” om terug te keren naar het hoofdscherm.
Het standaardniveau voor weergave is niveau 5.
DEFINITIE VAN DE FOUTCODE
Wanneer een fout wordt gedetecteerd, wordt het pictogram weergegeven .
Een van de volgende foutcodes wordt weergegeven.
| Foutcode | Definitie van fout | Foutoplossingsmodus |
| “07” | Hoogspanningsbeveiliging | Controleer de spanning van de trommels |
| “08” | Hall-sensorstoring van de motor binnenin | Controle motormodule |
| “10” | De temperatuur van de controller bereikt de maximale beschermingswaarde | Controleer de regelaar |
| “12” | Defecte stroomsensor in de regelaar | Controleer de regelaar |
| “13” | Defecte temperatuursensor in de batterij | Controleer de batterij |
| “21” | Defecte wielsnelheidssensor | Controleer de montageplaats van de snelheidssensor |
| “22” | BMS-communicatiefout | Sostituire la batteria |
| “30” | Communicatiefout | Controleer de regelaar |
Accu
De accu voor elektrische fietsen bevindt zich op de achterdrager en is rechtstreeks aangesloten op het bedieningskastje aan de voorkant (Afb. 2).
De accuklem wordt op de bagagedrager bevestigd met de onderste schroeven (Fig. 2.1).
Vervolgens wordt het batterijvak vergrendeld (Fig. 3 en 4). Hieronder vindt u de bedieningsinstructies.
(Fig. 2)
(Fig. 2.1)
(Fig. 3)
Schuif de batterij eerst horizontaal langs de geleider (Afb. 3) en druk hem omlaag om te controleren of hij goed vastzit. Controleer vervolgens of de batterij goed is aangesloten op de controller en of de stekker correct is ingestoken.
De batterij vergrendelen/ontgrendelen (Afb. 4.1, 4.2)
(Fig. 4.1) (Fig. 4.2)
Begin vanuit de oorspronkelijke positie op 12 uur (batterij en drager ontgrendeld), steek de sleutel in het slot, druk en draai met de klok mee tot 6 uur (batterij en drager vergrendeld). U kunt ontgrendelen door het tegenovergestelde te doen.
Batterij opladen
Als er een stopcontact in de buurt van de fiets beschikbaar is, kunt u de accu direct op de fiets opladen zonder deze los te koppelen. Het stopcontact van de lader wordt afgedekt door een zwarte plastic kap (Afb. 4.3).
Je hoeft het alleen maar te openen om de accu direct op te laden.
Het verwijderen van de accu kan handig zijn op plaatsen waar uw fiets niet past of wanneer deze zich niet in de buurt van een stopcontact bevindt.
Volg de onderstaande instructies om de batterij uit de fiets te verwijderen.
Zorg ervoor dat de schakelaar in de uit-stand staat (Afb. 4.5).
Plaats de schakelaar, druk hem in en draai hem vervolgens linksom van 6 uur naar 12 uur (Afb. 4.2).
(Fig. 4.3) (Fig. 4.4) (Fig. 4.5)
#
| LET OP: Verwijder de sleutel en bewaar deze op een veilige plaats nadat u de accu uit de houder hebt gehaald! |
De oplader gebruiken #
Lees voordat u de accu oplaadt het instructieboekje en het opladerboekje als deze bij de fiets zijn geleverd. Let ook op de volgende punten met betrekking tot de oplader:
- Respecteer de instructies op het label van de batterijlader.
- Gebruik deze oplader niet in de buurt van explosieve gassen of bijtende stoffen.
- Schud de oplader niet, stel hem niet bloot aan schokken en voorkom vallen.
- Bescherm de batterijlader altijd tegen regen en vocht, voor gebruik binnenshuis.
- De temperatuurtolerantie van deze lader ligt tussen 0 en +40 °C.
- Het is verboden de batterijlader te demonteren; vertrouw het apparaat bij problemen toe aan een erkend reparateur.
- Gebruik alleen de oplader die bij de elektrische fiets is geleverd om storingen te voorkomen. Houd er rekening mee dat het niet naleven van deze verplichting de garantie ongeldig maakt.
- Tijdens het opladen moeten de accu en oplader minimaal 10 cm van de muur verwijderd zijn en op een droge en geventileerde plaats staan. Breng niets in direct contact met de oplader tijdens gebruik.
- Raak de oplader niet te lang aan tijdens het opladen (risico op oppervlakkige brandwonden).
- Plaats de lader in een stabiele positie.
- Dek de oplader niet af, anders kan deze oververhit raken tijdens het opladen.
- Dompel het product niet onder.
- Vermijd elk contact met water tijdens het opladen van de batterij. Raak de oplader niet aan met natte handen.
- Gebruik de oplader niet met een beschadigd netsnoer of beschadigde stekker. Zorg ervoor dat de stekker van de oplader goed is aangesloten op het oplaadcompartiment.
- Sluit de oplaadpennen niet kort met een metalen voorwerp.
- Koppel de stroom los voordat u de kabels in de accu steekt of loskoppelt.
- Deze batterijlader is ontworpen om lithiumbatterijen op te laden; laad niet het verkeerde type batterij op. Gebruik het niet op een niet-oplaadbare batterij.
- Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van minstens 14 jaar oud en door personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of zonder ervaring of kennis, mits ze goed worden begeleid of op de hoogte zijn gebracht van de instructies met betrekking tot het gebruik van het apparaat in alle veiligheid en als de mogelijke risico’s zijn uitgelegd. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
- Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
- Buiten het bereik van kinderen houden, dit product is geen speelgoed.
- De externe flexibele kabel van dit product kan niet worden vervangen; als de kabel beschadigd is, is het raadzaam om deze weg te gooien.
- Lever het product aan het einde van zijn levensduur in bij een afvalverwerkingsbedrijf.
Oplaadprocedure #
Als er een stopcontact in de buurt van de fiets is, is het mogelijk om de accu direct op de fiets op te laden zonder de stekker uit het stopcontact te halen. De oplaadaansluiting is bedekt met een plastic dop, open deze gewoon om de batterij direct op te laden.
Het verwijderen van de accu kan handig zijn op plaatsen waar de fiets niet gestald kan worden of wanneer u niet in de buurt van een stopcontact bent.
| N.B.: De batterij moet worden opgeladen in een goed geventileerde ruimte. |
Laad de fietsaccu op door deze instructies te volgen:
• De batterij kan worden opgeladen via een standaard stopcontact. Het is niet nodig om de schakelaar te bedienen.
• Steek de stekker van de oplader in de batterij en steek de stekker van de oplader in een stopcontact in de buurt.
• Tijdens het opladen zal de LED op de lader rood oplichten bij goed functioneren. Als het groen wordt, betekent dit dat de batterij is opgeladen.
• Om het opladen te voltooien, moet u de stekker uit het stopcontact halen en vervolgens de stekker op de accu aansluiten. Sluit ten slotte de dop van de batterijhouder.
Autonomie van de batterij
Deze elektrische fiets is voorzien van een hoogwaardige Li-ion accu. Li-ion-accu’s hebben een opladen zonder memory-effect en een breed tolerantiebereik van -10 tot +40 °C.
Volg de onderstaande gebruiks- en onderhoudsinstructies om een maximale levensduur van de batterij te garanderen en deze te beschermen tegen defecten.
Autonomie van de batterij #
Na het opladen van de batterij wordt aanbevolen om deze 20-30 minuten te laten rusten voordat u deze gebruikt.
De levensduur van de batterij is afhankelijk van verschillende gebruiksfactoren:
- De keuze van de bijstandsmodaliteit
- Het gewicht van de fietser
- De helling van de weg
- Banden oppompen
- De wind
- De trapinspanning
- Het begin en de frequentie van pauzes
- De buitentemperatuur
#
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
Het wordt aanbevolen om de batterijen regelmatig of na elk gebruik op te laden. Er is geen geheugeneffect op deze batterijen. Om de levensduur te maximaliseren, raden we aan:
• Vermijd hete omgevingen (ideale laadtemperatuur 20°C)
• Laat de accu na het fietsen 30 minuten afkoelen
| Voorzorgsmaatregelen voor gebruik: Gebruik de accu alleen voor deze fiets.Gebruik alleen de specifieke meegeleverde oplader om de batterij op te laden.Laad de batterij alleen op in een goed geventileerde ruimte.Stel de accu niet bloot aan warmtebronnen en laad deze niet op in de zon.Demonteer of modificeer de behuizing en de batterij die in de behuizing zit niet. Verbind de (+) en (-) polen van de batterij niet met een metalen voorwerp.Mors geen vloeistof op de batterij.Gebruik geen beschadigde batterij.Ga niet door met het opladen van de batterij als het opladen aan het einde van de theoretische oplaadtijd niet voltooid is.Gebruik de batterij niet als deze een vreemde geur afgeeft, abnormaal warm wordt of als vermoed wordt dat deze abnormaal is.Laat de batterij niet binnen het bereik van kinderen.Laad de batterij op voordat u deze voor een lange tijd opbergt en voer dezelfde handeling uit na deze opslag. |
Batterijduur #
De prestaties van de batterij kunnen worden beïnvloed door slijtage na vele oplaadbeurten. Dit hangt af van hoe de fiets met trapondersteuning wordt gebruikt. #
Breng gebruikte batterijen naar uw winkel of gespecialiseerde afvalverwerkingspunten. Gooi lege batterijen in geen geval in de natuur. #
Batterij onderhoud
Volg de onderstaande instructies voor gebruik en onderhoud om een maximale levensduur van de batterij te garanderen en deze te beschermen tegen defecten:
Wanneer u merkt dat de lading daalt tot 10%, moet de batterij snel worden opgeladen.
| AANBEVELING: Als de fiets gedurende een bepaalde periode niet vaak wordt gebruikt, dient deze maandelijks te worden opgeladen. De batterijhouder moet op een droge, veilige plaats worden bewaard, bij een temperatuur tussen 5° en 35°C. | ||
| IK MELD AAN: • De levensduur van de batterij kan worden verkort door langdurige opslag zonder regelmatig opladen, zoals hierboven vermeld. • Gebruik geen metaal om twee accupolen direct met elkaar te verbinden, dit kan kortsluiting veroorzaken. • Plaats de batterij nooit in de buurt van een open haard of een andere warmtebron. • Schud de batterij niet, vermijd stoten en vallen. • Als de accu van de fiets is verwijderd, houd deze dan buiten het bereik van kinderen om ongelukken te voorkomen. • Het is verboden de batterij te openen. | ||
#
Gebruik en onderhoud van de elektromotor
Onze trapondersteuningsfietsen zijn geprogrammeerd om de elektrische ondersteuning te starten na een halve omwenteling van de pedalen.
Gebruik de fiets niet op overstroomde plaatsen of bij storm. Dompel de elektrische componenten niet onder in water om beschadiging te voorkomen.
Vermijd schokken op de motor die deze zouden kunnen beschadigen.
Beheerder onderhoud
Het is erg belangrijk om voor de controller te zorgen door de volgende instructies te raadplegen:
• Bescherm de controller tegen binnendringen van water en dompel hem absoluut niet onder.
Opmerkingen: Als u denkt dat er water in het compartiment is gelekt, schakelt u de batterij onmiddellijk uit en gaat u verder zonder hulp. Het is mogelijk om het opnieuw op te starten zodra de controller is opgedroogd.
• Schud de controller niet en stel deze niet bloot aan stoten of vallen.
| OPMERKING: Open de controllerbehuizing niet. Elke poging om de controllerbehuizing te openen, aan te passen of aan te passen, maakt de garantie ongeldig. Vraag uw dealer of vakman om de reparatie uit te voeren. Elke wijziging van de parameters van het elektrische beheersysteem, vooral de wijziging van de snelheidslimiet, is formeel verboden en maakt de garantie op de fiets ongeldig. |
#
Elektrisch schema en technische specificaties #
We behouden ons het recht voor om dit product zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Neem voor meer informatie contact op met uw dealer. #
#
Belangrijkste gegevensblad #
| Kenmerken | E-4000 PLUS | |
| Maximaal gewicht: Fietser + Lading + fiets | 130 kg | |
| Maximale snelheid met hulp | 25 km/h | |
| Autonomie | Ongeveer 30 a 50 km | |
| Motorisatie | Motorisatie | 250 W 32Nm |
| Spanning | 36V | |
| Maximaal geluid tijdens gebruik | < 70 dB | |
| Trommels | Trommels | Lithium-ion |
| Spanning | 36V | |
| Capaciteit | 7,8 Ah | |
| Gewicht | 2,5 kg | |
| Laadtijd | 6-8 h | |
| Aantal cycli (≥70% capaciteit) | 500 cycli | |
| Oplader | ingangsspanning | 100-240V |
| Uitgangsspanning | 36V | |
| Totaalgewicht van de fiets | 23,8 kg | |
| Maat fiets | 26” | |
| Banden-/wielmaat | 26 x 1.95 | |
| Grootte gebruiker | 155 – 180 | |
#
SAV #
Slijtage onderdelen #
De verschillende slijtage-items zijn standaard items. Vervang versleten en/of te vervangen onderdelen altijd door identieke onderdelen die verkrijgbaar zijn op de markt of bij uw dealer. #
Eenvoudige probleemoplossing #
Probeer niet zelf een elektrisch onderdeel te openen of te repareren. Neem contact op met de dichtstbijzijnde specialist voor een controle door een gekwalificeerd persoon. #
De volgende informatie is alleen voor informatieve doeleinden en is geen instructie om de berijder te helpen tijdens reparaties. Alle genoemde reparatieprocedures moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde professional die op de hoogte is van veiligheidskwesties en ervaring heeft met elektrisch onderhoud. #
| beschrijving van het probleem | Mogelijke oorzaken | Oplossing |
| Na het inschakelen van de accu ondersteunt de motor niet bij het trappen. | 1) de motorkabel (afgedichte aansluitmof) is verkeerd aangesloten 2) De remhendel keerde niet goed terug naar de normale stand, waardoor de schakelaar uitschakelde. 3) de zekering van de batterij is doorgebrand 4) de snelheidssensor is te ver verwijderd van de magnetische schijf op de B.B.-as. 5) de verbinding tussen de sensor en de controller is niet gemaakt of er is een vals contact. | Controleer eerst of de batterij is opgeladen. Zo niet, herlaad het dan. 1) controleer of de verbinding geen haperingen vertoont 2) Zet de remhendel voorzichtig terug in de normale stand zonder te remmen 3) open het bovenste deel van het batterijblok en controleer de status van de zekering. Als het gesmolten is, neem dan contact op met uw dealer of een geautoriseerde professional om het te vervangen. 4) pas de afstand tussen de sensor en de magneetband aan zodat deze niet groter is dan 3 mm. 5) Zorg ervoor dat de controller en sensor correct zijn aangesloten. |
| De levensduur van de batterij neemt af (N.B.: de prestaties van de batterij zijn direct gekoppeld aan het gewicht van de fietser, bagage, windkracht, wegtype en constant remmen). | 1) oplaadtijd is niet genoeg 2) de omgevingstemperatuur is te laag en beïnvloedt de werking van de batterij 3) beklimmingen of tegenwind komen vaak voor en de wegen zijn in slechte staat 4) de bandenspanning is niet voldoende (pomp ze opnieuw op) 5) Frequente uitschakelingen en herstarts 6) de batterij is lange tijd opgeslagen geweest zonder te zijn opgeladen. | 1) laad de batterij op volgens de instructies (hoofdstuk 7.3) 2) in de winter of bij temperaturen onder 0°C moet de accu binnen worden bewaard 3) Dit is een normale oorzaak en het probleem zal verdwijnen naarmate de omstandigheden verbeteren 4) Pomp de banden op tot een druk van 3,1 bar 5) het probleem wordt opgelost door de gebruiksvoorwaarden te verbeteren 6) voer regelmatig opladen uit in overeenstemming met het instructieboekje. Als u het probleem niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw dealer of gekwalificeerde professional. |
| Na het aansluiten van de oplader branden de oplaad-LED’s niet. | 1) probleem met het stopcontact 2) slecht contact tussen de ingangsaansluiting van de batterijlader en het stopcontact. 3) de temperatuur is te laag. | 1) Controleer en repareer het stopcontact 2) controleer en steek de socket volledig in 3) Voer intern opladen uit Als de bovenstaande oplossingen geen effect hebben, neem dan contact op met uw dealer of een gekwalificeerde professional. |
| Na meer dan 4/5 uur opladen is het oplaad-LED-lampje nog steeds rood. (N.B.: het is erg belangrijk om de batterij op te laden volgens de instructies om beschadiging van het materiaal te voorkomen). | 1) de omgevingstemperatuur is gelijk aan of hoger dan 40 °C 2) de omgevingstemperatuur is gelijk aan of lager dan 0 °C 3) de fiets is na gebruik niet opgeladen, waardoor hij te veel ontlaadt 4) de uitgangsspanning is te laag om de batterij te kunnen opladen. | 1) laad de batterij op bij een temperatuur onder de 40 °C en volgens de instructies 2) laad de batterij binnenshuis op volgens de instructies 3) onderhoud de accu goed om te voorkomen dat deze te lang wordt opgeladen 4) niet opladen bij een spanning lager dan 100V. Als de bovenstaande oplossingen geen effect hebben, neem dan contact op met uw dealer of een gekwalificeerde professional |
| LCD scherm: Snelheid wordt niet weergegeven op het LCD-scherm. | De magnetische kraal op de spaak van het wiel bevindt zich te ver van de sensor (bevestigd achter het frame of de voorvork), waardoor de sensor geen signaal ontvangt wanneer het wiel draait. | Controleer de afstand tussen de magnetische bal en de sensor en zorg ervoor dat deze niet groter is dan 5 mm. |
Problemen met de oplader oplossen:
- Het rode lampje werkt niet tijdens het opladen: controleer of de connectoren correct zijn aangesloten. Controleer of de normale spanning plotseling is overschreden; controleer in dit geval de lader voor reparatie. Als bovenstaande klopt, dan is de accu definitief defect.
- Het rode lampje wordt niet groen: schakel de stroom uit, sluit na 5 seconden de sectorvoeding aan en ga door met opladen. Als de batterij niet meer oplaadt, is deze zeker defect.
- Roze lampje wordt onmiddellijk groen: zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen. Zo niet, dan is de accu of oplader defect.
OPMERKINGEN:
Vul hieronder de belangrijkste informatie over uw fiets op, zoals
- Framenummer
- Slotnummer
- Sleutelnummer
Verklaring van overeenstemming CE NL
De fabrikant:
DENVER S.r.l.
VIA PRIMO MAGGIO, N. 32
12025 DRONERO (CN) – ITALIA
Naar behoren gemachtigd om het technisch dossier samen te stellen en deze verklaring op te stellen, verklaart dat het hieronder vermelde product:
- Identificatie: E-4000 PLUS RM 26”
- Type: elektrisch ondersteunde fiets
- Code model: 23567
- Markering: E-4000 PLUS RM 26” VILLETTE
- Achternaafmotor: 36V – 250W max.
- Batterij: 36V – 7,8 Ah lithium-ioncellen
Het voldoet als volgt aan alle door de Europese Unie geharmoniseerde voorschriften:
- Machinerichtlijn 2006/42/EG
- Norm EN15194:2017
- Richtlijn 2014/35/EU betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen.
- Richtlijn 2014/30 / EU betreffende de harmonisatie van de wetten van de lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit.
- Richtlijn 2011/65/EU betreffende de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur.
- Richtlijn 2006/66/EG betreffende batterijen en accu’s en betreffende afgedankte batterijen en accu’s.
Verklaring van identiteit
vs, leverancier / exporteur,
DENVER S.r.l.
VIA PRIMO MAGGIO, N. 32
12025 DRONERO (CN) – ITALIA
Verklaren dat het product met de aanduiding E-4000 PLUS RM 26” exact hetzelfde is als het product dat door BSN wordt verkocht.
DRONERO, 2023
LIISTR398

